AK FF MET | EFDÉ&EFDÉ
“Dingen verklaren is niet perse leuker.”
De broers Efdé en Efdé zijn geboren in Friesland. Efdé (1991) woont in Noord-Scharwoude en werkt in de film en fotografie. Efdé (1995) woont nog altijd in Leeuwarden en speelt saxofoon. Al wonen de broers niet meer onder hetzelfde dak, ze zijn eigenlijk altijd samen. Fysiek en mentaal. Van januari t/m april spelen ze door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 6 april staan ze in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
Efdé: “Efdé dat is onze achternaam. Wij zijn Efdé’s. We komen uit Leeuwarden, daar wonen allemaal Efdé’s. Als wij de naam ‘Efdé’ aan mensen vertellen, geloven ze vaak niet dat we echt zo heten. Naast onze achternaam is Efdé&Efdé ook onze artiestennaam. In die hoedanigheid willen mensen dan weer weten wat het betekent. Maar zo heten wij gewoon: Efdé&Efdé.”
Efdé: “In leeftijd schelen we soms vijf maar vaak vier jaar. Ligt eraan welke maand het is. Vroeger op verjaardagen vonden we het lastig in de groep te mengen en sloten ons liever af. Ik vond het altijd geweldig als mijn broertje kwam logeren op mijn kamer. Vaak ging hij snel slapen maar dan waren we toch samen.”
Efdé: “We hebben altijd een obsessie met komedie gehad. Vrijwel alle gesprekken die wij hebben gaan over komedie. Ook kijken we graag naar Amerikaanse comedians zoals Norm Macdonald, Patrice O’Neal, Andy Kaufman, Mitch Hedberg. Maar ook Martin & Lewis of Toon Hermans. Dat soort lui.”
Efdé: “Als het maar grappig is. We vinden het minder interessant om lang over ‘serieuze’ zaken te praten. Dat is ook een opmerking die we vaak hebben gehad van mensen: “Jullie zijn nooit serieus”.
.
Efdé: “Op het podium doen we wat wij grappig vinden. Het is een inkijkje in ons universum als broers. Het is voor ons echter nog altijd een zoektocht. Nu gaan we vooral op ons gevoel af. Wij willen het publiek een leuke avond bezorgen, en dat doen we misschien niet altijd op de meest conventionele manier. We merken wel eens dat wanneer mensen onze voorstelling vervelend vinden, ze ons ook vervelend vinden. Maar wij doen in principe niets verkeerd, we doen gewoon ons best.”
Efdé: “Wij hopen dat ons materiaal iets losmaakt. En als dat negatief is, dan is dat ook goed. De kans is heel groot dat je er íets van vindt. Dat zou je een thema kunnen noemen, dat iedereen overal maar altijd iets van vindt. Wat wij maken gaat ook over verwachtingen. En over dat willen belangrijker is dan kunnen. Het is niet dat wij dat echt vinden, maar wel wat je eruit zou kunnen halen.”
Efdé: “Of we ‘hilarisch’ zijn laten we aan het publiek over. Maar we zijn gewoon altijd bezig met humor. Dat is heel belangrijk voor ons.”
Efdé: “Ik heb goede herinneringen aan dingen voor het eerst doen. Het is de mooiste keer waarin nog steeds een bepaalde magie schuilgaat. Als ik iets heb gedaan, verlang ik weer naar een volgende eerste keer.“
Efdé: “Dit is de eerste keer dat wij als duo op een podium staan. Door het AKF gaat er een nieuwe wereld voor ons open. Beiden hebben we geen theaterachtergrond. De masterclasses, de tournee en de begeleiding binnen het festival zijn echt super en daar zijn wij heel dankbaar voor. Doordat wij nu zoveel feedback krijgen, kunnen we echt aan het werk.”
Efdé: “Het is spannend om op het podium een idee uit te voeren zonder te weten of het goed is. Ik heb geleerd om me comfortabel te voelen bij oncomfortabel zijn. Ik kan daar wel tegen vechten of dat willen overwinnen, maar juist dat ongemak omarmen voelt goed. ”
Efdé: “We doorlopen dit proces heel gretig. Dat is überhaupt het leukste ding: het proces. Als je iets in de vingers hebt dan ervaar ik het als minder interessant. Als ik iets snap, dan snap ik het, dus wat moet ik er dan verder nog mee?”
Efdé: “Een uitgedokterde voorstelling is niets voor ons. Als het af is, is het af. Dan is er geen spanning meer. Het publiek kan eigenlijk iedere avond een andere voorstelling verwachten. Dat houdt het maakproces scherp en biedt mogelijkheden voor eerste keren.”
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival
AK FF MET | CLARA MISA VAN KEMPEN
“Ik zou mezelf actrice en theatermaker willen noemen en niet cabaretier.”
Clara Misa van Kempen (1997) is geboren en getogen in Amsterdam en halvefinalist van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023. Van januari t/m april speelt zij door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 7 april staat ze in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
“Ik ben met theater opgegroeid. Mijn vader studeerde aan de Toneelschool in Maastricht. Mijn moeder aan de Kleinkunstacademie in Amsterdam. Toen ik klein was las ik met mijn vader toneelteksten van Tsjechov en Claus. Mijn jeugddroom was om ook naar de toneelschool te gaan. Na mijn middelbare school heb ik audities gedaan bij verschillende scholen en ben uiteindelijk nét niet aangenomen. Destijds was dat een groot verdriet, inmiddels ben ik er oké mee.
Op de Koningstheateracademie werd ik wel aangenomen. Dat is een opleiding tot cabaretier. Ik had niets met cabaret en ook niet de ambitie om cabaret te gaan maken. Maar deze school bood wel de ruimte om zelf materiaal te maken. Dus ik dacht: ik ga erheen en ik ga géén cabaret maken.
Ik maakte vertalingen en bewerkingen van klassieke teksten en voerde die uit. De afstand tussen mij en het materiaal ervaarde ik als prettig en inspirerend. Het was het verhaal van iemand anders. Toch was het materiaal dat ik maakte ook heel erg om te lachen. Ik voelde me comfortabel bij de humor, maar het was nooit een streven dat het grappig moest zijn.
Binnen het curriculum van de Koningstheateracademie bezoek je veel cabaretvoorstellingen. Ik opperde om daarnaast ook naar een mime- toneel- of dansvoorstelling te gaan. Ik ben van mening dat je als maker allemaal op elkaar gaat lijken als je alleen maar dezelfde soort voorstellingen ziet.
.
Aan het einde van jaar drie heb ik een voorstelling gemaakt gebaseerd op de Kersentuin van Tsjechov. Het was een ambitieuze productie en ik wilde dat het er bombastisch uitzag. De inhoud ging, in tegenstelling tot veel voorstellingen van mijn medestudenten, niet over mij. Daar moest iets tegenover staan. Dat deed ik door gebruik te maken van grote decors en kostuums. Het had het vertrekpunt moeten zijn van mijn afstudeervoorstelling.
Toen ik mijn afstudeervoorstelling begon, kreeg ik te maken met een gebroken hart en was ik erg verdrietig. Daardoor heb ik de concepten en ideeën die ik in mijn hoofd had losgelaten en ben ik gaan maken wat er in mij naar boven kwam. Opeens was dat alleen maar persoonlijk materiaal. Iets wat ik nooit eerder had gemaakt. Wat bleek, ik vond het heel erg fijn om het materiaal te schrijven en uit te voeren. Uiteindelijk ben ik afgestudeerd met een cabaretvoorstelling. Zonder bombastische decors en kostuums, maar nog steeds met mijn eigen draai aan het genre.
Het materiaal dat ik nu maak gaat over jezelf kwijtraken en de ingewikkelde strijd om jezelf terug te vinden. Onderwerpen die in mijn generatie en in de huidige maatschappij spelen. Ook ik ben mezelf kwijtgeraakt maar heb mezelf weer teruggevonden. Al blijf ik toch ook altijd zoekende. Als maker kijk ik nu naar wat er gebeurt in plaats van wat er moet gebeuren. Ik ben minder streng voor mezelf.
In het AKF-traject verheug ik me erop om aan mijn liedjes te gaan werken. Het blijft vaak bij een eerste versie en ik wil leren hoe te werken aan een volgende versie. De andere halvefinalisten willen mij helpen om aan de muziek te werken, dat vind ik echt te gek.
Samenwerken aan een voorstelling vind ik het allerleukst. Mijn droom is om deel te zijn van een theatercollectief. Ik ben fan van Bouillabaisse. Zij maken immersief theater dat eigenlijk in Nederland nog helemaal niet gedaan wordt. Op dit moment ambieer ik het niet exclusief om een avondvullende cabaretvoorstelling te maken, want er is zoveel meer vets wat je kan doen binnen het theater.”
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival
AK FF MET | NIEK & GUY
“Wat wij maken is kleinkunst in een magisch jasje. Het geheim van goochelen? Je moet het jong leren.”
Guyllaume Wibowo (1999) is geboren in Zaandam, getogen in Krommenie-Assendelft en Niek (1997) is geboren en getogen in Den Haag. Samen zijn ze het duo Niek & Guy en halve finalisten van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023. Van januari t/m april spelen ze door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 7 april staan Niek & Guy in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
Guyllaume: “Ik was niet goed in school. Ik vind het moeilijk om te leren en heb ADHD. Buiten school deed ik van alles. Ik zat op pianoles, danste bij Dansstudio 2 in Assendelft en speelde in grote musicals. Voor die musicals moest ik vrij vragen van school. Eerst werd dat geaccepteerd. Later zeiden ze: jij kan niet leren, je moet stoppen met al die buitenschoolse onzin. Gelukkig werd ik toen aangenomen op de Nationale Balletacademie waar het leerniveau eigenlijk te hoog lag, maar omdat ik goed kon dansen, werd ik er toch aangenomen.
Later ontdekte ik dat ik ook muziek kan maken en ben ik gaan goochelen bij Ger Copper in Assendelft. Ik moest voortijdig stoppen op de Balletacademie omdat de nieuwe directeur van mening was dat ik het hbo-niveau niet aan zou kunnen. Uiteindelijk heb ik er zeven jaar op school gezeten en het net niet af mogen maken. Toen heb ik me ingeschreven bij de KVK en kreeg ik meer tijd voor die ‘buitenschoolse activiteiten’. Op de balletacademie heb ik geleerd wat discipline is. Het was keihard werken.”
Niek: “Ik was zeven jaar toen ik met mijn moeder een optreden van Hans Klok zag in Duinrell. Meteen werd ik gegrepen door zijn grote illusies. Vanaf dat moment wilde ik ook goochelaar worden.
Ger Copper werd mijn goocheldocent en ik ging meedoen aan wedstrijden. Ger was gespecialiseerd in manipulatie, een aspect van goochelen. Samen maakten we mijn manipulatie-act voor het Europees Kampioenschap. De muziek die eronder stond werd door Guyllaume gecomponeerd, die ook rondliep bij Ger. We hadden niet vanzelfsprekend een klik. Guyllaume was veel bezig met ballet en deed het goochelen erbij. Mijn focus lag toen al volledig op dat vak, inmiddels ben ik fulltime goochelaar.”
.
Een paar jaar later kwamen Niek en Guyllaume elkaar tegen bij een bedrijfsfeest. Ze waren daar, los van elkaar, geboekt als goochelaars. Voor de gein sloegen ze de handen ineen. Guyllaume: “We stonden op een klein podium en deden iets met gelijktijdig praten. Dat werkte wel goed.” Niek vult aan: “Het publiek moest lachen en wij dachten: daar moeten we iets mee. Maar er ging nog wat tijd overheen.”
Guyllaume: “Vervolgens kwam ik Niek tegen bij Ashtonia, een grote locatievoorstelling van de Ashton Brothers. Daar stond hij in het voorprogramma met zijn manipulatie-act waarvoor ik de muziek had gemaakt. En ik deed mee met de hoofdshow van de Ashton Brothers. Omdat Niek niet altijd beschikbaar was om het voorprogramma te doen, vroeg hij mij om voor hem in te vallen. Dus dat deed ik. Maar als Niek er wel was, traden we steeds vaker ook samen op.”
Niek: “De eerste act die we samen ontwikkelden was bedoeld als solo voor Ashtonia. We hebben de jas van Mini en Maxi gebruikt als inspiratiebron. De samenwerking ging heel vloeiend omdat we in Ger Copper dezelfde leermeester hadden.’’
Guyllaume: “In 2020 werd Ger heel ziek. Ineens. Ik zei tegen Niek: ‘Stel dat Ger doodgaat, dan huren we een loods en nemen wij al zijn spullen over om zijn werk voort te zetten’. Een dag later stierf hij. Veel te jong.”
Niek: “In de goochelwereld was Ger een icoon. Iedereen kende hem. In Nederland heeft hij veel te weinig erkenning gekregen. Door het maken van onze voorstelling werken wij ook aan zijn erkenning. Zo houden we hem een beetje in leven. Tijdens de corona-periode zaten we iedere dag in die loods en gingen we aan de slag met alle spullen. Friso van Vemde van de Ashton Brothers had veel tijd om ons te helpen.
Onze stijl is een combinatie van variété en kleinkunst. Het AKF is een heel andere wereld voor ons. We gaan kijken welke invloeden van kleinkunst we allemaal kunnen gebruiken.”
Guyllaume: “We zijn allebei goochelaars maar zoeken ook naar acts zonder dat we goochelen. Dramaturgisch willen we stappen zetten. Het verhaal over Ger zouden we in onze voorstelling meer willen vertellen. Het is prettig dat het traject van het AKF veel ruimte geeft voor het onderzoek en de ontwikkeling.
We gaan nu op de halvefinalistentournee langs kleine zalen. Werken aan ons programma, beter worden. Later dit theaterseizoen doen we allebei mee met de jubileumvoorstelling van de Ashton Brothers. In de toekomst zouden we heel erg graag een eigen avondvullende show willen maken.”
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival
AK FF MET | LUUK RANSIJN
“Ik heb lange tijd geprobeerd een plek in de wereld in te nemen, maar nu weet ik dat je gewoon een plek hebt.”
Luuk Ransijn (2000) is geboren en getogen in Alkmaar en is halvefinalist van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023. Van januari t/m april speelt hij door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 7 april staat hij in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
“Ik kom uit een groot gezin. Daar leerde ik dat er iets voor nodig was om het woord te krijgen. Mijn tactiek was aanstellen en overdrijven. Zo liep ik bijvoorbeeld eens een week rond met een zogenaamd gekneusde teen. Doen alsof ik pijn had.”
.
Toen ik zeven jaar oud was ging ik op theaterles bij Artiance en begon ik met pianospelen bij Het Muziekatelier in Alkmaar. Een aantal jaar later maakte ik kennis met het genre kleinkunst en cabaret. Zo leerde ik de liederen van Acda en de Munnik, Maarten van Roozendaal en Theo Nijland kennen. Ik vond het te gek dat zij op een podium stonden met eigen materiaal en dat dan ook nog zelf uitvoerden.
Omdat ik al had geleerd om piano te spelen, ben ik vanaf dat moment ook zelf liedjes gaan schrijven. Al deed ik toen vooral nog mijn voorbeelden na, ik voelde al snel de behoefte om zelf ook wat te komen vertellen.
Op Vooropleiding Theater Zone1380 heb ik les gehad van Sara Kroos. Zij zag mij zwemmen en zoeken. Sara staat bekend om haar persoonlijke materiaal en heeft mij geleerd om ook mijn eigen verhaal te kunnen vertellen. Door haar leerde ik hoe waardevol dat is en begon ik met schrijven over dingen die ik voelde.
Mijn eerste eigen teksten gingen over mijn homoseksualiteit. Bij familieleden en vrienden was ik er altijd al heel erg open over, maar ik had ook een aantal vrienden die ik daar echt niets over durfde te vertellen. Ik heb er een voorstelling over gemaakt en ze daarvoor uitgenodigd. Het was een soort coming-out.
Nu maak ik materiaal over hoe je een plek in de wereld kunt innemen. En welke dingen en mensen je daarbij tegenhouden. Alpha-mannetjes bijvoorbeeld. Ik ga aan op het zichtbaar maken van het onzichtbare en het onhoorbare hoorbaar. Dan gaat mijn vuurtje branden.
Binnen het traject van het AKF hoop ik me op meerdere vlakken te kunnen gaan ontwikkelen. Ik heb zin om veel te schrijven, zowel tekst als muziek. Het is een frisse wind. Ik wil opnieuw dingen uitvinden, uitproberen, resetten en er ontvankelijk in gaan. Ik verheug me erg op de masterclass reeks liedtekst schrijven van Jurrian van Dongen.
In de toekomst zou ik het fantastisch vinden om op verschillende plekken in het land te kunnen spelen met eigen materiaal. En om nog veel te blijven leren van muzikanten en regisseurs. Ik droom niet over grote zalen, ik wil voor wie dan ook kunnen spelen. Als ik dat kan blijven doen, ben ik heel blij.
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival
AK FF MET | MYRTE SIEBINGA
“Toen ik 11 jaar was heb ik een brief aan mezelf geschreven om me eraan te herinneren dat ik later actrice wilde worden, ik was bang dat ik het zou vergeten.”
Myrte Siebinga (1998) is geboren in Haarlem en halvefinalist van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023. Van januari t/m april speelt zij door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 6 april staat ze in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
“Vroeger was ik al groot fan van Plien en Bianca. Er was een celebrity feest op school en toen heeft mijn moeder die truien gebreid voor mij en een vriendin. Iedereen was verkleed als Lady Gaga. Ik was verkleed als Plien. Compleet met regenlaarzen. Net zoals Plien en Bianca in het televisieprogramma ZAAI.
Op de middelbare school kreeg ik veel theaterles. Mijn eerste aanbod in het leven is dat ik een beetje de kat uit de boom kijk. Daarom was toneel altijd zo’n bevrijding voor mij.
In 2014 heb ik met twee klasgenoten een voorstelling gemaakt waarmee we het Haarlems Interscholaire Toernooi (HIT) wonnen en mochten optreden in de grote zaal van de Toneelschuur. Dat we toen werden gezenderd met een microfoontje vond ik behoorlijk indrukwekkend. Inmiddels word ik wel vaker gezenderd, maar nog steeds voel ik me dan heel serieus genomen als artiest.
.
Na mijn middelbare school heb ik aan de mbo theaterschool in Rotterdam gestudeerd. Daarna wilde ik in één keer door naar de Toneelschool. Omdat ik niet direct werd aangenomen, ben ik eerst een vooropleiding gaan doen. Daar heb ik veel geleerd. Bijvoorbeeld: spelen en maken waar ik zélf in geloof en meer schijt hebben aan wat iedereen vindt. In 2023 studeer ik af aan de De Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie.
Als kind was ik bang dat door opgroeien alle leuke dingen uit mijn leven zouden verdwijnen. Maar inmiddels weet ik dat je je hele leven kunt blijven spelen! Vrienden worden soms gek van mij, want ik houd ervan om spelopdrachten uit te delen. Bijvoorbeeld: je stapt in een hondendrol, of je ziet iemand die je 10 jaar niet hebt gezien. Dat realistisch spelen is super moeilijk. Je wordt er echt beter in als je het vaak doet. Je moet je inlevingsvermogen en fantasie gebruiken.
Ik vind het belangrijk om in mijn voorstelling ruimte te creëren voor kleinmenselijke gevoelens of problemen. Het lijkt alsof er weinig ruimte is om stil te staan of om je dingen af te vragen. In onze maatschappij wordt het beloond om alles maar te weten. Ik denk dat het goed is om te laten zien dat je als mens ook dingen niet weet.
In mijn voorstelling speel ik personages; een kleuter die opkomt voor zijn basisrechten als mens, een juf die graag wat meer waardering wil en jaloers is op de leerlingen. Mijn personages bespreken onderwerpen als seksualiteit, groot verlies en eenzaamheid. Het is prettig dat ik door hen te spelen daar ook dingen over kwijt kan. Dat humor en zwaarte elkaar afwisselen en vaak hand in hand gaan, dat vind ik een hele fijne vorm. Daarin ontdek ik mijn eigen stijl, niet alleen als een comédienne of een actrice, maar ook daar tussenin.
Bij het AKF vind ik het geweldig om vlieguren te kunnen maken. Door de halvefinalistentournee mag ik de komende tijd veel spelen in zalen waar niemand mij kent. Daarnaast ga ik waarschijnlijk ook ervaren hoe het is als het materiaal een keer nog niet goed valt, en hoe ik daar dan ook de lol van kan blijven inzien. Het lijkt me fantastisch om in de toekomst een avondvullende voorstelling te mogen maken.”
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival
AK FF MET | TOBIAS WENTING
“Op het kleinkunstpodium komt alles waar ik een fascinatie voor heb samen. De vorm van de combinatie zorgt dat ik me meer open kan stellen.”
Tobias Wenting (1995) is geboren in Den Haag en is halvefinalist van de AKF Sonneveldprijs 2023. Van januari t/m april speelt hij door het hele land met de halvefinalistentournee van het Amsterdams Kleinkunst Festival (AKF). Op 6 april staat hij in de halve finale in De Kleine Komedie te Amsterdam.
“De piano ontdekte ik toen ik zeven jaar was bij vrienden van mijn ouders in Duitsland. Toen ik daar aan het pingelen was, gaven zij het advies om les te nemen. Niet veel later stond er een piano bij ons thuis. Ik kreeg pianoles van een fantastische leraar die mij een breed scala aan muziekstijlen aanbood. Van klassiek tot boogiewoogie.
Naast de piano klonk er bij ons thuis veel Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt. En tijdens alle familiefeesten werd er gedicht. Altijd met hetzelfde doel: een spiegel voorhouden op een vriendelijke manier. Dat kan heel prettig zijn, het kan de boel relativeren en ontladen.
Toen ik 12 jaar oud was, ben ik naar de open dag van het conservatorium gegaan in Den Haag. Ik moest voorspelen voor een docente en zij wilde meer horen, dat was zo’n groot compliment.
Ik ging piano studeren aan de School voor Jong Talent. Dat is een middelbare school binnen het conservatorium. Omdat school en muziek op hoog niveau gecombineerd moesten worden, zorgde dat voor spanning tussen de docententeams van de school- en muziekvakken. Voor de diploma-uitreiking heb ik daar een lied over geschreven op de melodie van Tearoom Tango van Wim Sonneveld. Daarin bezong ik die frictie tussen de docenten en hun verschillende meningen over de prioriteiten op school. Het was beleefd hoor, maar ik zong wel waar het op stond.
Vervolgens ben ik Compositie voor Film en Theater gaan studeren aan ArtEZ in Arnhem. Daar besloot ik om ook zang-, mime- en acteerlessen te gaan volgen. Vanaf dat moment kon ik meer emoties halen uit mijn instrument. Door erbij te gaan zingen gingen er kleppen open.
Je ziet niet zo snel dat klassieke musici uit hun schulp kruipen. Dat komt door een bepaalde laserfocus die voor velen nodig is om het hoogst haalbare te bereiken. Mijn ambities liggen anders. Waar andere klassieke musici meer de verdieping opzoeken, had ik behoefte aan verbreding.
.
Ik heb mij dan ook letterlijk verbreed door de klassieke muziek een theatrale context te geven. In de halvefinalistentournee van het AKF sta ik op het podium met een accordeonist, Dirk Overbeek. Voor het afstuderen voor mijn bachelor was Dirk al betrokken. Hij stimuleerde mij om veel te try-outs te gaan spelen en hielp me achter de schermen.”
Dirk: “We kennen elkaar van het conservatorium in Arnhem waar ik jazz en pop accordeon studeerde. Tijdens het master eindexamen van Tobias ben ik ook artistiek betrokken geraakt. We hebben het samen over de teksten omdat ik er vanuit een bepaalde afstand naar kan kijken. Ik ben eigenlijk een letterlijk én figuurlijk klankbord.”
Tobias: “Qua klank is het heel prettig, de combinatie van de instrumenten is voor het oor heel lekker. Mijn spel lift op door Dirk. Ik weet dat als een van ons uit de bocht vliegt, we elkaar opvangen. Ik kan een deel van de controle loslaten, gewoon in het midden neerleggen en lekker spelen. Als solist heb je de cirkel van reflectie alleen met jezelf en de piano, nu maken we lekker muziek gecombineerd met tekst, spel, zang en compositie. Alles komt samen.”
Dirk: ”Het is leuk om een extra laag te kunnen bieden, een uitgebreider arrangement. De accordeon leent zich hier goed voor omdat het qua klank een veelzijdig instrument is. De interpretatie van de muziek is voor ieder mens anders. Het roept verschillende emoties op.”
Tobias: “Er is een bepaalde vertrouwensband tussen ons die ik niet met iedereen heb. Op muzikaal en vriendschappelijk vlak. Die is nodig. Dirk houdt me scherp.”
Het AKF biedt ons de kans om constant met het materiaal bezig te mogen zijn en dingen uit te proberen. Het is fijn om hulp te krijgen van iemand die zegt: ‘Nu gaan we terug naar de kern.’ Dat het format van het AKF zo gebouwd is dat de zoektocht mag bestaan, heb ik niet veel meegemaakt. Ik heb al heel veel geleerd en geniet van het proces. Ik wil lekker blijven spelen en beter worden in de podiumpresentatie. Alles als een spons tot me nemen.”
Dirk: “Ik wil nog beter onderzoeken wat de rol van een begeleidend muzikant kan zijn in een kleinkunstvoorstelling. Welke kanten kan het allemaal op kan en wat het beste past bij deze voorstelling.”
Tobias: “In de toekomst lijkt het me fantastisch om zowel theater- én concertzalen te mogen bespelen. Ik heb niet de droom om in het Concertgebouw als solo pianist te spelen. ”
De halve finales van de AKF SONNEVELDPRIJS 2023 vinden plaats op 6 en 7 april in De Kleine Komedie.
Tekst: Madelief Klunder – Amsterdams Kleinkunst Festival